Tekening
2009.0400a
Voor de hierbij gepubliceerde tekeningen zie: Gletsch met de Furkapas en de fiets in Brindisi. Voor meer tekeningen: klik op de blauwe woorden in de tekst
Ik teken ervoor!
Gespannen kijk ik eerst in de verte, dan weer naar de smetteloos witte bladzijde op mijn schoot. En eindelijk zet ik, met de punt van mijn tong tussen de lippen, een stip op het papier. Nog drie stipjes en het kruis lijkt er te staan, ik zit er aan vast. Ik teken nu eenmaal met balpen, dus nu is er geen weg meer terug. Aan de onderkant van het minieme kruisje groeit de torenspits, de kerk wordt eraan vast gebreid, voor zover die niet schuil gaat achter de schilderachtige huizen van het plaatsje dat ik zo in mijn geheugen brand. Maar toch wordt de uitsnede van de werkelijkheid weer anders dan ik gedacht had. Eén misplaatste lijn en de tekening kan zelfs verpest zijn. Toch zal die ook dan altijd bij me blijven, het tekenboekje herbergt nou eenmaal goede en minder geslaagde pogingen om de fietstocht mee te nemen. Het streven naar een volmaakte tekening is het middel dat me helpt ergens echt te zijn. een gedwongen pauze van een half uur in een soms wat al te haastige dag. Ieder dag kies ik een plek die voortaan van mij zal zijn, zonder dat ik die van iemand afpak. Integendeel, ik kan hem later delen met iedereen die ik in mijn zeer persoonlijke herinneringen wil betrekken. Ook een ander herkent soms wat. Op de zo bijzondere camping, hoog boven Verona raak ik in gesprek met een jonge Duitse fietster. Ze vraagt me of de doorsteek van de Povlakte in één dag te doen is. Ze doet heel veel aan sport, maar dit is haar eerste tocht. Ze heeft niet veel bij zich, haar belangrijkste bagage is haar dwarsfluit. Ik denk dat ze het aankan, maar omdat het al 10 uur is, moet ze nu dan wel vertrekken, wil ze het halen. "Maar ik wil pas morgen, ik heb vandaag al 100 km gereden vanaf het Gardameer!" Nou, daar kan ik een puntje aan zuigen. We hebben dus de tijd, ik laat mijn tocht zien. Bladerend en vertellend ben ik er dan weer: op die heuvel, bij die kerk, op dat strand. En zij opeens in haar geboortedorp, waar ik toevallig het park tekende.

TEKST EN BEELD: JEAN PENDERS


Op iedere tekening herkent iedereen wel de datum, maar dat andere getal wordt zelden geraden, terwijl het toch zo belangrijk is. Het is het aantal kilometers dat ik van huis weg ben, het aantal kilometers dat mijn vrijheid al duurt. Wanneer ik op een en dezelfde reis een dorp teken, hoog in de Alpen, en - bijna weer thuis - een stadje langs de Rijn dan voel ik goed hoe verschillend houtbouw kan zijn. Dat zit dan niet alleen in mijn boekje, de constructies zitten voortaan ook in mijn hoofd. En de daarbij behorende sfeer van de blokbouw in de stilte van de bergen tegenover de commercie bij de vakwerkbouw. Het eenzame strand waar ik tot rust kwam van een overspannen drukte, de bloemen waar ik van genoot en af en toe ook mijn dierbare fiets: ik heb ze steeds in mijn stuurtas.

In het voorjaarsnummer 2008 schrijft Harry Fietsenaar in zijn column 'Reizigersgeluk? Teken ervoor!' dat hij maar één keer een tekenende fietser is tegengekomen. Grappig dat ik me nooit heb afgevraagd hoeveel fietsers tekenen. Ik zie het vrijwel nooit, maar wanneer ik teken, zie ik ook nooit een fietser langskomen. Toeval? De mensen die achter me gaan staan, zie ik meestal ook niet. Wanneer een groepje straatschoffies me van alles begint te vragen, leg ik zwijgend een vinger op mijn lippen. Ik zit midden op een Italiaans plein op een stoel, die ik bij een bar geleend heb. De poortweg naast de Duomo van Capua is prachtig. Een generaal in vol ornaat wil me wat vragen. Maar mijn nieuwe vriendjes fluisteren eerbiedig: "Dat is een kunstenaar, die mag u niet storen". Toch word ik minzaam op zijn bureau ontboden, straks, wanneer ik klaar zal zijn. Maar ik heb dan wel wat beters te doen: fietsen. Trouwens, de tekening zou hij toevallig ook op internet kunnen vinden, keurig bij de plaatsnaam. Maar ik een kunstenaar? Wel nee, ik ben een heel gewone fietser. Ik kies alleen iedere dag een stipje uit de kronkellijn die ik fiets en zet die in mijn boekje.